Het immuunsysteem is het verdedigingssysteem van ons lichaam en ook wel bekend als het afweersysteem. Het immuunsysteem beschermt ons tegen ziekteverwekkers van zowel binnenuit als buitenaf. Het zit door het gehele lichaam:

  • In je bloed
  • Darmen
  • Huid
  • Luchtwegen
  • Lymfestelsel.

Als deze onderdelen communiceren met elkaar om op die manier iedere bedreiging zo snel en efficiënt mogelijk te neutraliseren. Het immuunsysteem stopt de aanvallen en ruimte de ziekteverwekkers op. De informatie die het lichaam krijgt van zo’n aanval (van een virus, bacterie, schimmel of parasiet) wordt opgeslagen in het afweersysteem. Op die manier kan het lichaam een volgende aanval van dat virus effectiever afweren.

Dit is ook de reden dat een kind vaker ziek is, het afweersysteem van een kind heeft nog niet genoeg informatie kunnen verzamelen om aanvallen af te weren.

Hoe werkt het immuunsysteem

Het verdedigingsmechanisme in ons lichaam kan verdeeld worden in drie onderdelen;

  • Fysieke barrière
  • Algemene afweer
  • Specifieke afweer

Fysieke barrière

De fysieke barrière is bijvoorbeeld de huid, het zit tussen je inwendige lichaam en de buitenwereld in. Het zorgt ervoor dat je lichaam beschermt is tegen schadelijke stoffen van buitenaf. Naast je huid maken ook de slijmvliezen in de luchtwegen en darmen onderdeel uit van deze barrière.

De slijmvliezen vangen de bacteriën op en vervoeren ze naar je keelholte. Daar komen ze in aanraking met stoffen die deze bacteriën onschadelijk maken voordat zij schade kunnen aanbrengen. 

Bij de fysieke barrière behoren ook ons speeksel en het maagzuur, deze zorgen er ook voor dat bacteriën geen schade kunnen aanrichten.

Algemene afweer

De algemene afweer richt zijn pijlen op alle ziekteverwekkers die in het lichaam voorkomen. De witte bloedcellen zijn onderdeel van de algemene afweer en gaan door ons lichaam om lichaamsvreemde stoffen onschadelijk te maken.

Bij een wondje komen er stoffen vrij die deze witte bloedcellen naar de plek van het wondje lokken. Daar worden de ziekteverwekkers tegen gehouden. Witte bloedcellen zorgen er ook voor dat er een korst op de wond komt.

Specifieke afweer

De specifieke afweer wordt aangesproken op het moment dat ziekteverwekkers zich snel door het lichaam verspreiden en de algemene afweer niet in staat is hier iets aan te doen. Waar de algemene afweer zich richt op alle ziekteverwekkers, richt de specifieke afweer zich op één ziekte verwekker.

Bij de specifieke afweer wordt er gebruik gemaakt van lymfocyten. Dit is een specifiek type witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem en worden aangemaakt in het rode beenmerg. Elke lymfocyt heeft één soort receptor op zijn celmembraan waardoor deze alleen tot actie kan overgaan als er een specifieke ziekteverwekker “ontmoet’ wordt.

Er zijn 3 soorten lymfocyten: 

  • B-lymfocyten, deze  produceren vooral antistoffen en ontstaan (en ontwikkelen) zich in het beenmerg.
  • T-lymfocyten, deze zetten de B-lymfocyten aan het werk en bestrijd en besmette cellen. Ze ontstaan in het beenmerg en ontwikkelen zich in de thymus.
  • Als laatst hebben we de natural killer cells, die zijn grote lymfocyten die zich vooral richten op het doden van cellen met een afwijking.

Auto-immuunziekten

We spreken van een auto-immuunziekte wanneer je afweersysteem de lichaamseigen cellen aanvalt.

Hierdoor kan er schade ontstaan zoals de lever, nieren en longen. Maar ook de huid, de zenuwen en de gewrichten kunnen beschadigd worden. Enkele voorbeelden van auto-immuunziekten zijn:

  • Auto-immuun hemolytische anemie
  • Dermatomyositis
  • De ziekte van Crohn
  • De ziekte van Hashimoto
  • Interstitiële pneumonie
  • Reuma
  • SLE, auto-immuun hepatitis

Het immuunsysteem versterken

Indien je immuunsysteem niet goed werkt, ben je vatbaarder voor virussen en kun je sneller infecties krijgen. Gelukkig zij er verschillende manieren om het immuunsysteem te versterken:

  • Goede hygiëne
  • Goede nachtrust
  • Gezond en gevarieerd eten
  • Matigen met alcohol
  • Ontspanning
  • Stoppen met roken
  • Stress vermijden
  • Voldoende bewegen