De rear deltoid machine is een goede oefening voor de achterkant van de schouders, bovenkant van de rug en monnikskapspier. Deze oefening is ideaal voor mensen die de techniek nog niet helemaal onder de knie hebben om de oefening met kabels uit te voeren.
Techniek van de rear deltoid machine
- Stel de zitten zo in, dat je de handvatten ter hoogte van je borst kunt beet pakken. Met je gezicht naar de machine.
- Ga met een rechte rug op de zitting zitten, houd je buik/borst tegen het kussen.
- Houd de armen licht gebogen en knijp je schouderbladen naar elkaar toe.
- Breng de handvatten naar achteren totdat dese net voorbij je lichaam zijn.
- Houd deze positie even vast en laat de handvatten gecontroleerd naar de begin positie terug komen.
Aandachtspunten
- Train niet te zwaar.
- Houd het bovenlichaam stil tijdens de oefening.
- Houd je buik en borst goed tegen het kussen aan.
- Train met licht gebogen armen.
- Blijf vooruit kijken.
- Maak gecontroleerde bewegingen.
Welke spieren train je met de rear deltoid machine?
Bij het uitvoeren van deze oefening train je de volgende spieren:
- Voornamelijk de achterkant van de schouders.
- Midden van de schouders.
- Voorkant van de schouders.
- Onderdoornspier
- Kleine ronde spier
- Monnikskapspier
- Ruitvormige spier
Variaties op de rear deltoid machine
Als je lichaam gewend is aan deze beweging en belasting, dan kun je kiezen voor de variant met kabels (de rear deltoid cable raise). Hierbij heb je meer invloed op de beweging van je armen, dus is het belangrijk dat je de techniek goed kent.
Lees hier meer over je rug trainen.